Naar de inhoud springen

Pitspoes

Daar sta ik dan, geen idee hoe ik mij ertoe heb kunnen laten verleiden om hier vandaag te zijn.
Om mij heen duizenden mensen, voornamelijk mannen, en recht voor mij een zwart monster. Ik sta op een witte stip, waar ik zeker niet vanaf mag wijken. De motor wordt gestart, mijn hart begint sneller te kloppen, de adrenaline giert door mijn lichaam en mijn knikkende knieën kan ik nauwelijks nog bedwingen. Een flinke pluim met zwarte rook komt uit de uitlaat. Dikke banden en een strakke neus kijken mij aan en dan komt hij dichterbij.

Duizenden mannen beginnen te joelen en overal zie ik de flitsen van camera’s. Ik mag mij nu echt niet laten kennen en weglopen is geen optie, dat zou zelfs levensgevaarlijk kunnen zijn, dus ik moet vertrouwen hebben in de coureur. Hij drukt het gaspedaal in, tot op de bodem, en komt met een noodgang op mij afgereden. Ik heb mijn zonnebril op en stiekem doe ik even mijn ogen dicht. Als ik mijn ogen weer open zie ik het zwarte monster met een bloedgang op mij afkomen en op vijf centimeter voor mij stoppen. Heel stil en met mijn mond dicht geef ik slaak van angst. Mijn ogen kan ik nu niet meer dicht doen en ik verplicht mijzelf goed op te letten of de coureur niet een vreselijke miscalculatie maakt. Hij begint voor mijn neus achtjes te draaien en draait de laatste rondjes om mij heen. De draaicirkel wordt steeds korter, de motor wordt steeds warmer en ook de banden lijken het niet lang meer te houden. Het publiek wordt steeds minder zichtbaar en ik sta in een wolk van grijze rook. De rook wordt steeds dichter en ik kan de auto nog maar moeilijk zien. De coureur opent tijdens het driften zijn portier begint naar het publiek te zwaaien en werpt mij een handkus toe. Door mijn hoofd spoken de rare gedachten waarvoor deze handkus bedoelt is. Is dit omdat ik mijn angst duidelijk kenbaar maak, om het publiek en mij te entertainen of omdat het misschien fout zou kunnen aflopen en hij mij op deze manier bedankt voor mijn heldhaftige optreden. Het voelt alsof ik hier al een eeuwigheid sta, mijn angst is bijna niet meer te bedwingen en ik krijg het steeds warmer in mijn strakke zwarte pakje. Het strakke zwarte pitspoezen pakje waar al mijn vrouwelijke lijnen goed in te zien zijn. Meteen begin ik mij bij die gedachten ongemakkelijk te voelen en begin ik mij af te vragen; heb ik nog wel die mooie lijnen die passen in dit pakje en ben ik hier niet al te oud voor? Ineens lijkt het zwarte monster een stuk minder eng. Ik hoor een keiharde knal en schrik op uit mijn afdwalende gedachten over mijn uiterlijk. Ik kijk verschrikt op en blijf stokstijf staan. Ben ik zojuist aangereden en heb ik het niet gemerkt of is dat het geluid van een klapband? Door alle adrenaline en stiekem ook wat zenuwen, zal ik een aanrijding vast niet voelen. Ik kijk om mij heen, op zoek naar de auto die in alle rook moeilijk te zien is. Hij draait zo snel om mij heen dat ik hem nauwelijks goed kan bekijken. Dat zal vast betekenen dat er met mij en de auto niets aan de hand is. De coureur heeft mijn geschrokken reactie gezien en wuift naar mij om mijn aandacht te trekken.

Ik kijk hem aan en dan verschijnt er een grote glimlach op zijn gezicht die mij verteld dat er niets aan de hand is. Er valt een last van mijn schouders en na vijf hele lange, enge en koortsachtige minuten stopt de coureur dan eindelijk de auto.

Hij opent zijn deur en door alle rook kan ik alleen zijn mooie witte glimlach zien. Het is de knappe Tim Coronel. Hij loopt op mij af, geeft mij een kus op mijn wang, slaat zijn arm om mij heen en bedankt mij en het publiek. Wij krijgen een staande ovatie en mijn zenuwen slaan spontaan over in trots.

Ook al is de roem maar even en de adrenaline erg hevig, ik heb het wel gedaan!

Daar in mijn strakke zwarte pakje met duizenden mannen om mijn heen, met de geur van benzine en verbrand rubber nog vers in mijn geheugen zal ik dit stoere moment nog heel lang heugen. En die trotse blik van Tim draagt daar ook zeker zijn steentje aan bij. Wat is het cool om een pitspoes te zijn!

Ohja en die knal, die kwam uit zijn uitlaat omdat hij zo vreselijk veel van zijn motor verlangde.