Naar de inhoud springen

Race instructeur of veredelde pitspoes?

“Kijk, daar heb je de pitspoes” wordt er vanaf een tafel vol tuig geroepen als ik voorbij loop. Het zijn een stel opgeschoten jongens die denken mijn aandacht op die manier te kunnen trekken.

Met gesmoes, gelach en gejoel probeer ze elkaar te overtreffen om zo te zien wie er het leukst is. Zo leuk vind ik ze niet maar daar lijken de meningen over verdeeld. Bij het woord pitspoes begint mijn bloed al te koken en weet ik, dat ik of de groep het zwaar gaat krijgen.

Ik trek mijn rode race instructeursjasje aan en zet mijn pokerface op waaraan ze kunnen aflezen dat ze mij niet klein krijgen en al helemaal niet met deze race instructeur moeten spotten. Stiekem ben ik toch bang dat zij door die blik heen zullen kijken en mij helemaal met de grond gelijk gaan maken.

Een diepe zucht volgt, want ik weet dat ik mij niet mag laten kennen. Ik loop naar mijn kantoor, pak de gegevens van de groep erbij en zie op de lijst dat zij een drankafkoop hebben met een deal voor sterke drank.

Ik kijk op mijn horloge en schrik…

Het is pas 12.00 uur! Het is dinsdag en een bedrijfsuitje, dat kan maar twee dingen betekenen. Ze zijn morgen vrij of het zijn echte diehard drinkers.

Ik verwacht het laatste. Ik pak de inschrijfformulieren voor het karten erbij, vul hun gegevens in en kijk in het systeem hoelang ik nog heb voor ze gaan karten. Ik heb er alles voor over om maar wat tijd te rekken.

 

Ze hebben nog een kwartier.

Oeps.

Daarin moeten ze zich hebben ingeschreven, naar mijn uitleg hebben geluisterd, zich hebben omgekleed én in hun kart zitten.

Dat wordt een snelle briefing, een heus vluggertje! Het belangrijkste is de eerste indruk, deze moet zo perfect en vooral zo cool mogelijk zijn.

Goed, daar gaan we. “Heren, een heel hartelijk welkom. Mijn naam is Priscilla en ik ben jullie race instructeur voor vandaag”.

Shit, misschien had ik beter begeleider kunnen zeggen. Bij het woord race instructeur beginnen ze elkaar aan te kijken, onopvallend aan te stoten en zonder geluid de meest macho zinnen uit te kramen.

 

Helaas voor hen kan ik liplezen en zie de grootste clown aan tafel zeggen “ze mag mij wel andere instructies geven”.

Ik haak hier meteen op in en zeg “die zal je toch niet begrijpen, bewijs jezelf eerst maar eens met karten vriend” waarop de groep lacht, de jongen wegzakt in zijn stoel en vol schaamte bijna onder de tafel kruipt.

Yes, dit gaat goed!

Dat heb ik even lekker gezegd en vol trots ga ik nog rechterop staan met een uitstraling van ‘jullie krijgen mij echt niet klein’! Het is nu aan de grootste playboy om zijn move te maken aangezien hij nogal onder de indruk was van mijn antwoord en stelt direct de vraag “heb je een vriend”?

“Ja” zeg ik droog, “maar dat had voor jou toch niets uitgemaakt”. Weer ligt de hele groep gevouwen in hun stoel en begint het een waar uitschakelspelletje te worden.

Te leuk dit, om hysterisch van te worden!

 

Ik vraag ze het formulier in te vullen en als zij een leuke race naam hebben mogen zij die erbij schrijven, zodat daar hun tijden achter genoteerd kunnen worden. Ze hebben volgens mij nog nooit zo’n moeilijke vraag gehad en het is dan ook een zware last die op hun schouders rust. Ik bedoel, je wilt toch zeker wel een Rambo-waardiger naam verzinnen dan je buurman.

Het blijft lastig voor de boys. Meneer de playboy, zoals ik had verwacht dat hij zichzelf zou noemen, schrijft ‘The Pony’ op als race naam. Al proestend breng ik het inschrijfformulier voor mijn mond want Rambo-waardig is het zeker niet, wat moet ik mij hier nu weer bij voorstellen? Meent hij dat serieus? Die naam bewaar ik voor ons volgende uitschakelspelletje, kijken of het een echte pony is met karten of een heuse hengst.

Wat een heerlijk gevoel, de groep heeft mij geaccepteerd als race instructeur en zodra ik mijn briefing, zonder al te veel moeite en vooral onderbrekingen heb weten te houden, neem ik ze mee naar de baan.

 

Mijn vriend is inmiddels ook aan het werk en ik vertel hem meteen vol trots hoe ik mij staande wist te houden tussen die groep clowns. Hij moet vreselijk lachen maar wilt toch even weten hoe The Pony eruit ziet. Zo trots op zijn meisje als hij kan zijn loopt hij met rechte rug en opgeheven hoofd langs de groep, in de hoop dat ze zien dat ik van hem ben. Ze zijn te druk bezig met elkaar gek te maken en strategieën te bespreken, dat ze het niet zien. Is het echte haantjes gedrag nu al begonnen?

 

De kwalificatie begint, maar ik zie al direct dat ze meer praatjes hebben dan kunnen karten. Mooi, kan ik ze straks de vraag stellen of het nou mietjes of echte kerels zijn. Ik richt mij nog even tot hun lijnen en verbeterpunten en dan zit hun kwalificatie er al weer op. Als ik terug loop naar het restaurant om ze hun uitslagen te geven, zitten ze al vol gas aan de Bacardi‘s en de whisky’s. ‘Waren ze maar vol gas aan het karten geslagen’ denk ik bij mezelf.

“De uitslagen” roep ik.

Direct komen ze op me afgestormd, grissen de uitslagen uit mijn handen en maken elkaar belachelijk vanwege hun posities.

Met het laten zien van zijn (onzichtbare) spierballen, prijst de nummer één zichzelf maar de hemel in want niemand anders doet het voor hem.

Een plaspauze voor mij, twee heftige drankjes en een sigaret later voor hun, ga ik ze uitleggen hoe de finale in elkaar steekt en waar ze op moeten letten. Waar ze in het begin zo luidruchtig waren, omdat je van een vrouw niets hoeft aan te nemen want wat snapt zij nou van karten, zo muisstil zijn ze nu als ik ze tips geef en de ideale lijn uitleg.

Perfect!

Als ik aan het einde nog de vraag stel “zijn jullie nou meiden of echte kerels” beginnen ze vel te worden en willen direct karten om te laten zien dat ze zelfs sneller zijn dan Schumacher.

Als ik het niet dacht, die snelheidsduiveltjes!

 

We lopen naar de baan en ondertussen overladen ze mij met hun vragen over beter presteren. Ze zijn duidelijk geïnteresseerd en ik voel me een ware race instructeur tussen al die jongens die het vaak denken beter te weten. Nu ze alle do’s and dont’s denken door te hebben, rest hen alleen nog het uitrijden van de finale.

De nummer één mag vast de baan op om naar de startlijn te rijden. Hij lijkt er duidelijk moeite mee te hebben en nog voor hij bij de start is aangekomen is hij al in de banden beland. De groep ligt helemaal gevouwen en zitten al schuddend van het lachen in hun kart.

Hoe krijgt hij het voor elkaar?

Ach, zo is Schumacher ook begonnen, toch? De lampen gaan uit, de muziek en de rookmachine gaan aan. De mannen zitten al joelend in hun kart en voelen zich ware coureurs.

De spanning is goed merkbaar, de heren hebben hun voet op het gas en zijn klaar voor de groene lamp…

 

Als je wil weten hoe dit afloopt, kom dan snel terug voor deel 2!