Naar de inhoud springen

Race instructeur of veredelde pitspoes? Deel 2

Rood

Groen

Gas!

De strijd is begonnen, ze gaan als een speer en… BOEM! Twee seconden later staat iedereen vast in de chicane.

De druk was te groot, de strijd te heftig en de chicane te klein.

Twee karts staan over elkaar heen en het stuurstang is gebroken.

Snel een kartwissel terwijl de groep ondertussen al een ronde verder is. Balend zit the pony in zijn kart maar zodra hij langs de brug komt werpt hij mij een handkus toe.

De charmeur!

Twaalf lange minuten, vol roekeloze acties, gaan voorbij.

Hier een daar een fout tikje voor positie gevolgd door een boze blik van mij.

Het zweet staat op hun voorhoofd en het lijkt ze niet snel genoeg te gaan, hoewel hun tijden daar anders over denken.

Ik mag de zwart-wit geblokte vlag zwaaien en de mannen vergeten even wat ze na het zien van die vlag ook al weer mogen doen. De nummer een is zo blij om mij of de vlag te zien, dat hij boven op zijn rem staat en totaal vergeten is dat hij nog mag doorrijden. Hij trapt zo hard op zijn rem dat hij in een slip raakt en de nummer twee hem zo kan passeren. Niet wetende dat de nummer twee nu eerder is geregistreerd dan de nummer een. Oeps, wat een vrouw op de baan al niet voor een ellende kan veroorzaken?!

De mannen stappen uit en geven elkaar een hand. De wildste verhalen gaan de rondte en ze vinden zich nu echt sneller dan Schumacher.

Iedereen deed zijn best de ideale lijn zo goed mogelijk te rijden. Voor sommige was dat nog best moeilijk en zaten boven op hun stuur in de hoop dat ze zo sneller gingen en uiteindelijk betere tijden neerzette. Wat je allemaal wel niet kunt verzinnen he?!

De mannen laten zich uit frustratie en geluk volgieten aan de bar, tot ik voorbij loop en ze mijn aandacht vragen. “Heb je de uitslagen al”?

‘Mmm, en ik maar denken dat ze even mijn ware schoonheid wilde aanschouwen.

Vergane Glorie!

“Sorry heren, die krijgen jullie pas tijdens de prijsuitreiking”.

Een diepe zucht gaat door het pand.

Het podium zet ik vast klaar met daarop de bekers. De ‘clown’ ziet zijn kans, pakt een beker, gaat vast op de nummer 1 staan en staat al juichend met zijn beker in zijn hand. “D’r af”! roep ik vanuit mijn kantoor.

Ik steek mijn hoofd om de deur en zeg “dacht je nou echt dat die beker voor jou bedoelt was”? “Nee, dat niet” zegt hij “maar omdat ik hier sta had ik wel gehoopt op een zoen”. Ik kijk hem lachend aan en verdwijn weer in mijn kantoor.

Hij blijft het proberen, de schat. Als de mannen wat rustiger zijn geworden trek ik ze uit de rokersruimte en lok ze mee naar het podium. De mannen zijn er helemaal klaar voor en ik begin met het opnoemen van de laatste positie, wat natuurlijk niet de meest leuke positie is om op te eindigen. Alsnog krijgt hij wel een gemeend applaus.

Wel sportief!

“Dan komen we nu uit bij the pony, of zal ik zeggen the loser aangezien je op de vierde plaats bent geëindigd en dus net niet op het podium staat”. Hij trekt een beteuterd gezicht en ik loop op hem af om hem een beker te overhandigen. “Bij deze krijg je de sportiviteitsprijs omdat je je na die crash zo goed wist op te werken en die handkus maakte natuurlijk ook een hele hoop goed”. ‘Knipoog’. De groep begint te klappen en te joelen, the pony staat op en zegt “ondanks dat ik je geen pitspoes mag noemen mag ik dan wel drie zoenen omdat ik zo goed mijn best heb gedaan”?

“Je weet toch dat ik niet bij jullie arrangement zit inbegrepen? Maar goed, vooruit dan maar”. Iedereen blij.

“Dan nu de nummer 3, wist zich goed staande te houden onder alle druk en belandde niet één keer in de banden”.

Hij loopt op me af en terwijl ik hem de beker overhandig verwacht, ook hij, drie zoenen.

‘Moet ik mij dan overgeven en aan het verwachtingspatroon van pitspoes voldoen’?

Ik geef de boys maar de dag van hun leven en besluit ook de nummer twee en één straks te feliciteren.

Helemaal gelukkig staat hij daar met zijn trofee.

Toch nog een goede daad verricht vandaag.

“De uitslag van de nummer één en twee komt voor vele van jullie waarschijnlijk als een verrassing. Toen ik mijn finishvlag zwaaide was, de in eerste instantie nummer één, daar zo van onder de indruk dat hij remde, slipte en vervolgens de nummer twee eerder over de finishlijn reed”. Iedereen houdt zijn adem in en ze worden steeds stiller.

Ik loop naar de bar om daar een extra beker te halen.

De mannen zijn nog steeds stil… “Maar omdat ik zijn reactie zo aandoenlijk vond, vind ik dat hij een extra troostprijs verdient naast zijn tweede plaats beker”. De nummer twee voelt het al en komt vast naar voren gelopen. Hij kan het niet geloven en zegt “is het echt waar”? “Ja sorry, wat een vrouw wel niet kan aanrichten op de baan he”? Met een beteuterd gezicht neemt hij de ‘pechvogelprijs’ en de ‘tweede prijs’ bekers in ontvangst. “Mag ik je nog wel feliciteren”? Vraag ik hem vrolijk. Er verschijnt een glimlach van oor tot oor en ineens lijkt die tweede plaats toch niet meer zo’n heel trieste positie. Nog voor ik iets heb gezegd komt de nummer één al op mij afgelopen en vindt het foutje van zijn collega maar al te hilarisch en helemaal fantastisch voor zichzelf.

De mazzelaar!

Ze geven elkaar nog een daverend applaus en het volkslied speelt er vrolijk op los.

“Dan is het nu tijd om te eten, eet smakelijk heren”!

Nu dat de groep lekker aan het eten is, wil ik toch wel graag weten wat zij van mijn optreden als race instructeur vonden. Ik besluit ze een enquêteformulier te geven in de hoop dat ik zo’n overweldigende uitslag krijg dat ik er bijna van naast mijn schoenen ga lopen. Misschien zelfs zo goed, dat mijn baas mij een flinke salaris verhoging geeft. Dan komt die leuke tas met bijpassende pumps wel heel angstvallig dichtbij. Ok, ik dwaal iets te ver af. Nu eerst maar eens dat formulier afgeven. De mannen lijken er een flinke dagtaak aan te hebben en ineens zijn alle ogen op mij gericht. Ze zullen vast het kopje race instructeur moeten invullen. Ik voel me een beetje ongemakkelijk en kijk snel een andere kant op.

Aan de bar komt ‘de clown’ staan en overhandigd mij een in elkaar verfrommeld briefje. Zo klein opgevouwen dat het lijkt of ze gewoon bang zijn dat ik het lees. Zo kan ik mijn nieuwsgierigheid toch helemaal niet bedwingen en moet ik het juist lezen. Mijn vriend is inmiddels bij me komen staan en kijkt over mijn schouder heen wat voor een speciaal briefje ik in mijn handen heb. Daar gaan we verder met het haantjes gedrag. We vouwen hem open en ik kijk direct naar de beoordeling van de race instructeur: Uitmuntend!

Yes! Die kan ik mooi in mijn zak steken.

Ik laat mijn ogen verder over het papier glijden en zie een telefoonnummer. ‘Hè, wat is dat’? Het is een berichtje van the Pony.

‘Bel me, the pony’. Ik proest het zo wat uit alleen mijn vriend kan daar niet erg om lachen. Hij sleurt me achter de bar vandaan en geeft me, recht voor de ogen van de hele groep, een enorm dikke kus. De groep schatert het uit en ‘the pony’ krijgt het Spaans benauwd en met twee grote rode kolen op zijn gezicht loopt hij op mijn vriend af.

Wordt dit matten? Mijn vriend steekt zijn hand uit naar de the pony en zegt “zo, jij bent the pony”? The pony kijkt ietwat angstig uit zijn ogen en knikt. “Aangenaam, ik ben de dekhengst” zegt mijn vriend met een lachend gezicht.

 

Wat is het eigenlijk cool om een race instructeur te mogen zijn maar af en toe de rol van pitspoes mogen vervullen doet ook erg veel aan je zelfvertrouwen.

Heerlijk!